Niet onverwacht toch dat viswijvenconflict tussen Trump en Musk? Ik vind het wel grappig. Ruzie op niveau. Elon wordt door Donald voor een subsidieslurper uitgemaakt, waarna Musk gedreigd heeft om voor de president geen raketjes meer de ruimte in te blazen. Verder heeft de techmiljardair ook nog even laten weten dat het rapport over Epstein niet openbaar wordt gemaakt omdat daarin staat dat Donald ook regelmatig bij de pedofiele Jeffrey aan kwetsbare kleine meisjes lag te lebberen. Of dat waar is? Dat zouden we eens aan die uitgekotste zweetprins Andrew moeten vragen. Die weet of Bill Clinton, Leonardo DiCaprio, Michael Jackson, Bruce Willis en nog een stelletje andere ruige rukkers tijdens dampende rijke mensen-gangbangs bronstig hebben liggen rollebollen op dat mysterieuze Maagdeneiland.
Ondertussen wordt er snoeihard beweerd dat Musk stevig aan de drugs is. Hij ontkent dat zoals elke tot verslaafde gemaakte dat doet. De helft van extreemrechts Amerika wil de briesende Elon het land uit flikkeren, maar ik smeek de Amerikanen om hem daar te houden. Voor je het weet komt hij hier naartoe omdat wij de grootste drugsproducent van Europa zijn. In bijna elke doorzonwoning worden er pillen en poeiers gedraaid. Dat klinkt onze Elon als muziek in de oren.
Ondertussen probeer ikzelf bij te komen van de dreun dat in ons land het kabinet Schoof deze week ontmanteld is. Door de grote Geert zelf nog wel. Toen ik afgelopen dinsdagochtend het woord ‘regering’ overal veelvuldig hoorde noemen, vond ik dat licht overdreven. Een regering regeert en daar kan je het clubje van Schoof na afloop niet van betichten. Het was meer wraaklustig bezuinigen. Maar dan ook op alles. Op kunst, onderwijs, omroep, bejaarden, gehandicapten, klimaat en milieu. Verder moest er vooral meer gevlogen en harder gereden geworden.
Onlangs sprak ik een Hagenees, die als bode op het Catshuis werkt. Hij vertelde dat de kabinetsvergaderingen in de Trêveszaal het afgelopen jaar hilarisch waren. Terwijl ze zogenaamd vergaderden zat Geert in een klein bedompt kamertje fanatiek mee te luisteren. Ondertussen siste hij tegen zijn partijgenoten, die allemaal een oortje in hadden, hoe ze moesten reageren op de vurige woorden van de premier. Dickie droeg zelf een grote koptelefoon. In zijn ene oor tetterde Geert en in het andere het Haagse supertrio Dilan, Caroline en Nicolien. Die laatste was voor de premier een verademing na het wekenlange gesnotter van de Twentse kommaneuker Pieter. Caroline babbelde alleen wat over koetjes en kistkalfjes, terwijl hij van die Dilan doodmoe werd. Die lispelde onafgebroken: nareis op nareis op nareis op nareis. Geert klapte soms ritmisch mee op dit ronduit zielige mantra.
Verder moest onze minister-president het bij elkaar geraapte zootje ministers een beetje in de gaten houden. Zoals de hallucinante Marjolein Faber die bijna manisch met een paar lullige lintjes zat te spelen terwijl ze doorlopend mompelde dat er in Denemarken wel degelijk borden staan die asielzoekers ontmoedigen. Borden die tot nu toe door niemand gezien zijn. In de psychiatrie is dit een veel voorkomend verschijnsel. Net als Halbe bij Poetin op de thee.
Verder zat Reinette Klever met een meurende muil omdat uit die mond het voorstel was gekomen om alleen nog ontwikkelingshulp aan de allerarmsten te verstrekken als wij er als Nederland zelf ook beter van werden. Caroline raadde Klever aan om zich met mest in te smeren. Dan ruik je je eigen putlucht niet meer.
Daarnaast zat Mona Keijzer te pochen dat ze als minister veel bereikt heeft. Zoals een nestplekkenverbod voor vogels en vleermuizen in de nieuwbouw. Hoewel er onder haar bewind nog geen steen gemetseld is zag ze dat toch als een hoogtepunt. En ze had de bouw van een Volendams hospice voorkomen omdat stervende bejaarden voor ongelooflijk veel overlast kunnen zorgen.
De bode vertelde dat hij het clubje charlatans erg gaat missen. Vooral hun eigen inbreng, visie en politieke voortvarendheid. En hij vond het vooral grappig dat ze na de laatste ministerraad opeens allemaal het nummer van Timmermans wilden hebben. Frans is namelijk de absolute wachtgelddeskundige.