Meer columns

Puntje bij paaltje

Dus ik rij afgelopen maandag, eind van de middag, met mijn auto de Amsterdamse Nieuwe Spiegelstraat in en stuit op een paaltje. Ik mocht niet verder van onze autoluwe Femke. Maar ik kon ook niet achteruit. De Nieuwe Spiegelstraat is namelijk het drukste fietspad van Nederland waar woeste grachtengordelyuppen op tragische fatbikes en aanstellerige e-fietsen voortjakkeren alsof een psychotische duivel hen op de hielen zit.  Was ik achteruit gereden dan was het een serieus bloedbad geworden. Wijs geworden door de Maagdenburgse kerstmarkt leek me dat geen goed idee. Ik had alle tijd en informeerde bij de antiquair op de hoek sinds wanneer dit paaltje er staat. Ik kon altijd doorrijden. De man legde uit dat het er sinds een paar weken soms staat. Het kan namelijk ook in de grond zakken. Het geeft wel steeds gedoe omdat nergens aangegeven staat dat de straat doodloopt. Ik liep terug naar de hoek van de Nieuwe Spiegelstraat en de Kerkstraat om te zien of ik misschien iets gemist had. Er stond alleen een bord met een uitroepteken. Dat betekent dat je uit moet kijken omdat het druk kan zijn. En druk was het. Zwermen schuimbekkende yuppen gonsden vloekend langs mij. Ik stond overduidelijk in de weg. Het woord ‘kanker’ is nog steeds het populairste scheldwoord. Dat u dat weet.

Ik belde de politie. Een aardige mevrouw legde me uit dat ik voor paaltjes bij de gemeente moest zijn. Ik belde de gemeente. Na lang wachten vertelde een stem dat ik opgenomen werd in verband met kwaliteitsdoeleinden. Ik legde aan een meneer uit wat er aan de hand was. Die meneer had overduidelijk een klantvriendelijkheidscursus gedaan en begon met: “Sorry voor uw frustratie”. Daarna wilde hij weten waar ik stond. Ik noemde de hoek. Volgens zijn administratie stond daar geen paaltje. Maar het stond er toch echt. Hij wilde het nummer van het paaltje weten. Het paaltje had geen nummer.  Het paaltje moest een nummer hebben. Anders was het geen gemeentepaaltje. Wat was het dan wel? Een paaltje geplaatst door een externe partij. Die zou ik kunnen bellen, maar die waren nu dicht. Kerstreces. Ik vertelde de man dat ik de auto, die ik de komende maand toch niet echt nodig heb, midden in de Nieuwe Spiegelstraat zou laten staan. Dat kon echt niet. Hij stuurde handhavers mijn kant op. Er kwamen geen handhavers. Na een uur belde ik weer met de gemeente. Nu kreeg ik een collega, die zowaar van de zaak wist en allereerst zijn excuses voor de frustratie aanbood.  Volgens hem waren de handhavers geweest. Dat waren ze niet. Volgens de gemeentemeneer waren ze op de Spiegelgracht geweest en hadden daar geen Volvo en ook geen paaltje aangetroffen. Ik sta niet op de Spiegelgracht, maar op de Nieuwe Spiegelstraat. Wederom excuses voor de frustratie. Er zouden nieuwe handhavers komen, maar dat kon wel een uurtje duren. Druk-druk-druk! Ik legde uit dat ik daar niet op ging wachten, dat ik mijn auto een vrolijke kerst wenste en hem daar lekker liet staan. Midden op straat. Hij begreep de frustratie en bood daar alsnog zijn excuses voor aan. Maar is er niet iemand die binnen de gemeente op een knop kan drukken om het paaltje te laten zakken? Hij had geen idee, begreep mijn frustratie en hij zou dit probleem zeker meenemen in de voorjaarsvergadering. Ik heb mijn auto op slot geknipt en ben tegen tienen vrolijk naar huis gewandeld.

Waar de auto nu is? Geen idee. Volgens een vriend stond hij er gisteren niet meer. Die vriend zag ook geen paaltje.

Het zal ongetwijfeld een slepend proces worden. Of ik vrijspraak wil? Ja, en een lintje omdat ik vlak voor kerst een verschrikkelijk bloedbad heb voorkomen. En verder? Ik ga me voorlopig bezighouden met mijn nieuwe hobby: het plaatsen van verrassingspaaltjes zonder nummer. De eerste zet ik op de hoek van de Vijzelstraat en de Herengracht. Waarom daar? Dat is op de hoek bij de ambtswoning van de burgemeester.

 
Website door JUST